Bij de bouw en technische isolatie van elke industriële installatie is een veelheid aan partijen betrokken. Misverstanden over leidingen, isolatie en supports liggen dan al snel op de loer. Bij de bouw van de nieuwe lpg-ethaan Terminal van ATPC in Antwerpen trokken de leverancier van de koude isolatie en het isolatiebedrijf op gebied van isolatie en supports samen op.
De eerste aanblik van de twee grote gekoelde druktanks aan het Vierde Havendok in de Antwerpse haven voor de opslag van in totaal 30.000 kubieke meter lpg-ethaan ogen als twee zeppelins uit de historie van de luchtvaart. In plaats van de standaard opslagmethode is aan het gebruik van de bovengrondse zogenoemde ‘bullet-tanks’ op deze ATPC-terminal van operator VTTI af te leiden dat er hier wordt gewerkt volgens een nieuw concept. En dat is ook zo. De locatie beschikt over in totaal 963.000 m³ opslagcapaciteit, verspreid over 116 tanks. De terminal is uitgerust met twaalf jetties voor het laden en lossen van schepen. Er kunnen VLGC’s (very large gas carriers) worden behandeld. Ook voor spoorvervoer is er een laad- en losinstallatie.
RPV
Dankzij zijn lage uitstoot wordt lpg beschouwd als een milieuvriendelijke oplossing en dat betekent dat de brandstof ook in de huidige milieudiscussie stand houdt. De bullettanks van elk 15.000 kubieke meter zijn ontworpen voor de opslag van ethaan, propaan, butaan en afgeleide producten. Het lpg wordt opgeslagen in gekoelde druktanks, de zogenoemde ‘refrigerated pressure vessels’ (RPV’s). De tanks zijn gebouwd volgens bestaande technologie die al jarenlang wordt toegepast op tankschepen. Dat de techniek nu wordt verplaatst naar het vaste land is uniek. De bullettanks werden op de terminal afgeleverd en op hun fundering geplaatst. Daarna waren ze klaar om op de bestaande infrastructuur te worden aangesloten.
Supports
Bij de bouw van een dergelijke omvangrijke installatie zijn een dozijn of meer ondernemingen en toeleveranciers betrokken. Ze nemen allemaal een gedeelte van de enorme bouw voor hun rekening. Het werk van de een volgt op dat van de ander en een goede communicatie en planning zijn cruciaal om de gevraagde kwaliteit binnen de gestelde tijd te halen. De leverancier van de isolatie en de supports zijn in de meeste gevallen twee aparte partijen. Als de communicatie niet goed is, en dat is vaak het geval, komen de aansluitingen niet overeen. Dat leidt niet alleen tot frustratie, maar in het ergste geval ook tot bouwvertraging en faalkosten.
Als iedere ontwerper de CINI-specs zou volgen, zou er niets aan de hand zijn en zouden leidinglengtes, -diameters en aansluitingen standaard op elkaar aansluiten. Ze zijn echter per project vaak verschillend. Bij de verschillende diameters en diktes moet rekening worden gehouden met uitzettingsverschillen en zwaardere densiteiten van het isolatiemateriaal. Het uitzettingscoëfficient van pir 50 en de stijve supports vormen vaak het kritische punt.
Het circa 2,5 km lange leidingwerk van de nieuwe terminal is uitgerekend voor een temperatuur van -150 graden Celsius en telt zogezegd in totaal zo’n vierhonderd supports. Het temperatuurbereik maakt isolatie met een meerlaags pir-systeem noodzakelijk. De pir-delen zijn geprefabt, voorzien van kop- en langsponningen en afwerklagen. Ze zijn in overleg met het isolatiebedrijf klaargemaakt en in volle vrachten in een grote opslaghal op de locatie opgeslagen voor de installatiepiek begon.
Afstemming
Dit project profiteerde ervan dat het betrokken isolatiebedrijf voor het leidingwerk in dezelfde groep zit als de fabrikant van de galvo supports. Dit maakte optimale afstemming mogelijk.
Voor de isolatie tot -150 graden bestaat de grootste diameter (12 duim/356 mm) de montage uit 90 mm koude isolatie in twee lagen.
Dit artikel verscheen eerder in Isolatie Magazine 82.

De eerste aanblik van de twee grote gekoelde druktanks ogen als twee zeppelins uit de historie van de luchtvaart.

Het pir voor de leidingisolatie is vooraf geprefabt.

Levering van isolatie en supports door een enkele partij voorkomt miscommunicatie.

Nog even het plaatwerk erop en klaar.

Het circa 2,5 km lange leidingwerk van de nieuwe terminal is uitgerekend voor een temperatuur van -150 graden Celsius.

Vlnr. EIB-werfleider Vinko Askic, ATCP safety verantwoordelijke Patrick van Beers en projectleider isolatie Patrick Waghemans (EIB).
